De exploitatie van Vogelpark Avifauna, ooit een veelbelovend initiatief in de gemeente Alphen aan den Rijn, kende een dramatische wending in 1953. Hoewel de oprichting van het vogelpark destijds werd gezien als een innovatieve manier om recreatie en educatie te combineren, bleek het economisch draagvlak ontoereikend. Een van de meest opvallende factoren die bijdroegen aan het faillissement was het verbod op dansen op zondag, ingesteld door de gemeenteraad. Deze beslissing, voortgekomen uit morele en religieuze overwegingen, had verstrekkende gevolgen voor de exploitatie van het park.
Religieuze invloeden en lokale regelgeving
In de vroege jaren vijftig kende Nederland nog een sterke verzuiling, waarbij religie een centrale rol speelde in het maatschappelijke en politieke leven. Alphen aan den Rijn, destijds een gemeente met een significante protestantse gemeenschap, weerspiegelde deze dynamiek. Het dansverbod op zondag was niet slechts een lokale anomalie, maar een symptoom van een breder cultuurpatroon waarin de zondagsrust werd beschouwd als een heilige plicht.
Het verbod werd gemotiveerd door de overtuiging dat zondag een dag van bezinning en rust diende te zijn, vrij van wereldse geneugten zoals dansen. Voor een recreatiepark als Avifauna, dat afhankelijk was van het aantrekken van bezoekers tijdens de zondagen, betekende dit een serieuze beperking in de inkomstenstromen. Concerten, dansavonden en andere evenementen die elders populair waren, konden in Alphen niet op zondag plaatsvinden. Dit leidde tot een structurele achterstand ten opzichte van vergelijkbare initiatieven in minder streng gereguleerde gebieden.
Economische impact van het dansverbod
Dansen en muziekactiviteiten vormden in de naoorlogse jaren een belangrijke sociale uitlaatklep en een bron van inkomsten voor recreatievoorzieningen. In veel parken werden dergelijke evenementen georganiseerd om bezoekers te trekken en extra inkomsten te genereren. Avifauna kon deze bron van inkomsten niet benutten. Bezoekers die elders wel van een volledig weekendaanbod konden genieten, kozen vaak voor alternatieven buiten de gemeente.
De beperkingen strekten zich verder uit dan enkel dansactiviteiten. Het verbod stond symbool voor een bredere conservatieve benadering die innovatieve exploitatiemogelijkheden beperkte. Avifauna had potentie om uit te groeien tot een icoon van educatieve en recreatieve waarde, maar kon zich niet profileren zoals de initiatiefnemer de heer Gerard van den Brink voor ogen had. De inkomsten uit de horeca en kaartverkoop op andere dagen bleken onvoldoende om de vaste lasten en investeringen te dekken.
Waarom ging Avifauna in 1953 failliet?
Hoewel het dansverbod een zichtbare oorzaak was, mag het niet als enige verklaring voor het faillissement van Avifauna worden gezien. De naoorlogse economische situatie in Nederland speelde eveneens een rol. De wederopbouw bracht kansen, maar ook uitdagingen met zich mee. De consumptieve bestedingen van huishoudens waren nog relatief laag, en recreatie werd vaak gezien als een luxe die moest wijken voor primaire behoeften.
Daarnaast was het bedrijfsmodel van Avifauna kwetsbaar. De focus lag sterk op de aantrekkingskracht van de vogels en het omliggende park, maar er was onvoldoende diversificatie in de inkomstenbronnen. Het ontbreken van grootschalige marketing en samenwerking met omliggende steden beperkte de regionale aantrekkingskracht. Zelfs zonder het dansverbod zou het park moeite hebben gehad om economisch levensvatbaar te blijven.
Culturele verschuivingen en reflectie
Het faillissement van Avifauna in september 1953 markeert een moment waarop culturele en economische realiteiten elkaar kruisten. De invloed van religieuze waarden op beleidsvorming weerspiegelde een tijdperk waarin de publieke en private ruimte sterk werden gereguleerd door morele principes. Tegelijkertijd liet het debacle zien dat economische duurzaamheid niet los kan worden gezien van sociale en culturele context.
Met de kennis van nu zou men kunnen stellen dat een flexibeler beleid, gecombineerd met een meer marktgerichte benadering, Avifauna wellicht een kans had gegeven om te overleven. De geschiedenis van het park biedt waardevolle lessen over de wisselwerking tussen religieuze overtuigingen, lokale politiek en economische realiteit. Hoewel het oorspronkelijke initiatief in 1953 ten einde kwam, heeft de naam Avifauna uiteindelijk weten te overleven.De gemeente Alphen aan den Rijn nam het park over. Maar omdat de gemeente Alphen ook het park niet rendabel kon krijgen heeft de gemeente op 7 maart 1956 het park Avifauna met de Toekan als beeldmerk doorverkocht aan de heer Martien van der Valk voor het bedrag van 1 gulden*
* bronvermelding: Facebook Valk Exclusief ingezonden bericht van 7 oktober 2019